Ir. Olga Dansen

Ir. Olga Dansen


Olga is afgestudeerd aan Wageningen Universiteit voor de masteropleiding Animal Nutrition en gespecialiseerd in paardenvoeding. Tijdens haar studie aan HAS Den Bosch raakte zij geïnteresseerd in diervoeding. Door haar stage aan de Universiteit in Utrecht werd haar duidelijk dat ze graag in de paardenvoeding verder zou willen. Verder werkt Olga als stalmedewerker op een manege/pensionstal en heeft ze een verzorgpaard waar ze dressuurwedstrijden mee rijdt, maar ook graag een bosrit mee gaat maken.

De noodzaak om de kleine dingen te begrijpen



In februari werd voor de negende keer het ‘European Equine Health & Nutrition Congress” georganiseerd. Tijdens dit tweejaarlijks congres word je in korte tijd op de hoogte gebracht van recente onderzoeken in de paardenwereld die betrekking hebben op de gezondheid en voeding van het paard. Elk jaar stijgt het aantal deelnemers, wat aangeeft dat paardenvoedingsonderzoek steeds meer begint te leven. Ik vind dit een goede ontwikkeling, want er valt nog heel veel te leren op het gebied van gezondheid en voeding voor paarden. 

Wetenschappelijk onderzoek richt zich vaak op een heel specifiek onderwerp, waarvan je als leek misschien niet direct het nut in kan zien. Maar juist deze kleine dingen zijn de sleutel tot het begrijpen hoe voeding de gezondheid van je paard kan beïnvloeden. Het thema van het congres was dan ook: “Small Things”. Een voorbeeld van “Small things” is de microflora in het maagdarmkanaal van het paard.

Ondanks dat slechts een gering aandeel van de totale microflora in het maagdarmkanaal van het paard in kaart is gebracht, wordt wel steeds duidelijker hoe belangrijk deze microflora eigenlijk is. Naast de fermentatie van voedsel, speelt de microflora een belangrijke rol in het metabolisme, immuniteit en neurologie van het paard. Een onbalans in de microflora, ook wel dysbiose genoemd, kan grote gevolgen hebben voor de gezondheid van je paard, denk hierbij aan maagzweren, koliek en hoefbevangenheid. 

Het rantsoen, medicatie en transport blijken de belangrijkste parameters te zijn die van invloed zijn op de ontwikkeling van dysbiose. Het is niks nieuws dat het rantsoen een grote impact kan hebben op de microflora. Zelfs binnen enkele uren na een rantsoenwijzingen treden er al veranderingen op in de samenstelling van de microflora.

De microflora in de blinde en dikke darm bestaat uit 5 hoofdgroepen: bacteriën, anaerobe schimmels, protozoa, archaea en virussen. Tot nu toe is het meeste onderzoek besteed aan de bacteriën, terwijl de anaerobe schimmels ook een unieke rol spelen in de afbraak van plantaardige vezels. In tegenstelling tot andere microben, zijn deze schimmels in staat om de plantaardige celwanden te verbreken en vervolgens binnen te dringen. Hierdoor kunnen deze schimmels het meest efficiënt plantaardige vezels afbreken. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan bij paarden. Veel onderzoek dat gedaan is in herkauwers kan wel vertaald worden naar het paard. Het is echter wel van belang om te onderzoeken wat nu precies de bijdrage van de schimmels is op de vezelafbraak en hoe de activiteit van de schimmels in positieve of negatieve zin wordt beïnvloed door het rantsoen om zo ook weer inzicht te verkrijgen in hoe we dysbiose kunnen voorkomen.

Ondanks dat we weer wat hebben bijgeleerd, is er nog heel veel te onderzoeken. Genoeg werkzekerheid dus voor onze wetenschappers!

Lees meer:
Spijsverteringsstelsel




meer columns | Naar de home pagina




Reacties (0)







Naam
E-mail
Update Houdt mij op de hoogte

Reactie