Drs. Annette van Weezel Errens

Drs. Annette van Weezel Errens


Drs. Annette van Weezel Errens is veterinair en heeft "het Nieuwe Voeren" ontwikkeld. Een voedingsconcept op basis van de natuurlijke behoeften van het paard. Kijk voor meer informatie en het gratis handboek "Het Nieuwe Voeren" op www.equilin.eu

Graan, suikers en melasse, hoe zat het ook alweer?



We hebben weer een nieuwe trend in paardenland, granen zijn uit de boze. Enige tijd geleden was de herrie vooral rond melasse en suikers in het aanvullende voer en daarvoor moesten de eiwitten het ontgelden. Iets met de klokken horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt?

Paardenvoeding is sterk aan trends onderhevig. Het eiwitarm voeren is inmiddels ontkracht en bleek zelfs ten nadele van het paard. Eiwitten werden beschuldigd van dikke benen, bulten over het hele lichaam en waren zelfs de oorzaak van hoefbevangenheid. Wat blijkt? Geregeld komt het voor dat paarden een tekort hebben aan essentiële aminozuren. Eiwitten zijn opgebouwd uit verschillende aminozuren: essentiële en niet-essentiële. Essentiële aminozuren moet het paard via het voer binnen krijgen en zijn nodig voor vele enzymfuncties en de opbouw van (spier)cellen. Een paard met een tekort aan essentiële aminozuren kan problemen krijgen met de weerstand en is vaak arm in de bespiering.
 
Ook de anti- suiker en melasse hype vraagt om uitleg
De voeding van het paard is onder te verdelen in vijf categorieën: vezels, eiwitten, vetten en olie, koolhydraten en vitaminen en mineralen. Al deze onderdelen heeft het paard nodig om het lichaam gezond te houden en arbeid te kunnen leveren. Onder koolhydraten vallen ruwe celstof (verteerbare vezels door de darmbacteriën) en verteerbare koolhydraten. En onder de verteerbare koolhydraten vallen suiker en zetmeel. Zetmeel is opgebouwd uit suikermoleculen dat door de verteringsenzymen in de darm tot suiker worden afgebroken. Paardenbrokken bevatten gemiddeld 20 tot 45% zetmeel. Dit komt neer op 200 tot 450 gram suiker in een kilo paardenbrok.
 
Melasse is een bijproduct uit de suikerindustrie en bevat ongeveer 50% suiker. In paardenbrokken zit maximaal 6% melasse. Dit komt neer op maximaal 30 gram suiker in één kilo paardenbrok (meestal wordt er tussen de 1 en 4% melasse gebruikt) . Gras bevat meer suiker: tussen de 0,7 - 5,5 % (gem 3,1%). Dit komt neer op 7 tot 55 gram suiker per kilo en van gras eet een paard doorgaans veel meer dan van paardenbrok (45 - 55 kg bij 24 uur grazen = 350 tot 3000 gram). Hetzelfde geldt voor de diverse andere ruwvoeders, zoals 5,5 - 20% suiker in hooi en voordroog in DS (droge stof), een paard van 550 kg zal daar 8 tot 11 kg van eten aan DS dus variatie tussen de 440 tot 2200 gram suiker per dag). De hoeveelheid suiker dat een paard vanuit melasse binnenkrijgt, is ten opzichte van de totale hoeveelheid suiker die het paard eet dus echt verwaarloosbaar. En de variatie in suikerwaarden laat zien dat voor paarden die weinig suikers mogen in het rantsoen het beslist noodzaak is om het ruwvoer te analyseren op in ieder geval het % suiker en dat kan niet met een biotensor!
 
Zijn suiker en zetmeel slecht?

Paarden hebben in de blinde en dikke darm miljarden bacteriën. Deze bacteriën leven in evenwicht met elkaar en leven van de voedingstoffen die het paard niet heeft kunnen opnemen in de dunne darm. In een gezonde toestand zijn dit de stoffen die niet verteerbaar zijn door de verteringsenzymen van het paard zelf, bijvoorbeeld vezels (ruwe celstof) en eiwitten. Deze vertering door bacteriën wordt fermentatie genoemd en levert op zijn beurt weer allemaal gunstige voedingstoffen voor het paard op o.a. vetzuren, B vitaminen en biotine.
 
Als teveel verteerbare koolhydraten, met name zetmeel de blinde en dikke darm bereiken en ter beschikking komen voor bacteriële fermentatie, dan heeft dit tot gevolg dat de bacteriebalans verstoord raakt en verkeerde bacteriën de overhand nemen. Deze produceren schadelijke stoffen en verstoren zodoende de gehele stofwisseling. Bovendien wordt de darmwand geprikkeld dat eventueel tot ontstekingsreacties kan leiden, gas- en krampkoliek of hoefbevangenheid als gevolg. Maar ook allerlei vage subklinische verschijnselen en gedragsveranderingen kunnen hiervan het resultaat zijn, zoals een verminderd uithoudingsvermogen en agressief gedrag. In granen zitten grotere hoeveelheden zetmeel. Als een paard hier grote hoeveelheden tegelijk van krijgt (kilo’s), niet goed kauwt, maagmedicatie krijgt, al een slechte darmflora heeft of bijvoorbeeld een worminfectie of andere infectie dan kunnen paarden op grotere hoeveelheden granen reageren met een stoornis in de fermentatie.

Allergie voor granen en bijv. glutentolerantie komt wel voor maar niet zo vaak en dient met een gekwalificeerde deskundige, liefst een dierenarts bevestigd te worden.
 
Dus dan alleen nog maar snelle koolhydraten?
Snelle koolhydraten, suikers en/of zetmeel, kunnen zeer snel worden afgebroken en opgenomen. Met als gevolg een hoge bloedsuikerspiegel na de maaltijd. Die bloedsuikers worden onder invloed van insuline opgeslagen in de spier- en vetcellen van het paard en komen weer vrij tijdens beweging. Maar hoe noodzakelijk zijn die snelle koolhydraten? De meeste paarden krijgen veel meer energie binnen dan dat ze nodig hebben. Zo heeft een paard dat een uur lichte arbeid verricht geen scheppen krachtvoer nodig. Onder een uur lichte arbeid wordt verstaan een half uur stap, 27 minuten draven en een paar minuten galop (tot M-niveau) en dat elke dag. Als een paard 7 uur graast op een gemiddelde wei, dan krijgt het hiervoor voldoende energie binnen. Extra koolhydraten bijvoeren met bijvoorbeeld granen of paardenbrok resulteert dan in te dikke paarden met een verhoogd risico op insulineresistentie en hoefbevangenheid.
 
De anti -suiker, melasse en granen hype terecht?
Koolhydraten (suiker en zetmeel) zitten in het paardenvoer, daar is geen ontkomen aan en zijn ook noodzakelijk voor het paard om te blijven functioneren. Paarden kunnen met koolhydraten overweg, hoewel het zaak is niet te grote porties tegelijk te voeren en in verhouding met de hoeveelheid beweging die het paard krijgt. En daar gaat het geregeld mis, heel veel paarden en pony’s krijgen veel meer energie binnen dan dat zij verbruiken en dat begint al bij het ruwvoer.

Extra krachtvoer is dan te veel en te vergelijken met chips en koekjes, allemaal nog weer extra energie dat in de regel niet nodig is maar wel lekker. En de commercie en allerlei zelfbenoemde voedingsdeskundigen varen er wel bij. Paardenbrokken moeten tegenwoordig melasse en graanvrij, en ook ‘light voer’ is inmiddels op de markt. Lekker ‘light’ met alsnog 20% zetmeel en ruim 1 tot 2 kilo suiker per dag uit het ruwvoer!

Als we nou echt goed willen voeren, laten we ons dan eens druk gaan maken om voldoende geschikt energiearm en vezelrijk ruwvoer, want dat is waar onze paarden echt behoefte aan hebben.

Wil je weten hoeveel suiker er in je ruwvoer zit, doe dan een specifieke quickscan. Dumea en Eurofins/Pavo hebben hier diverse producten voor. 

NB 1. Fructaan is een suikermolecuul dat door het paard niet als glucose kan worden opgenomen in de dunne darm en zal worden verteerd tot melkzuur in de blinde en dikke darm. Het heeft hetzelfde effect als suiker en zetmeel dat niet is opgenomen in de dunne darm.

Lees meer:
Suikers in gras




meer columns | Naar de home pagina




Reacties (0)







Naam
E-mail
Update Houdt mij op de hoogte

Reactie